Praktijkvoorbeelden


2. Hoe om te gaan met verveling in je werk en eigenlijk alles al wel weten en kennen, en toch doorgaan?

Vanuit een P&O-adviseur van een multinational komt de vraag binnen voor een loopbaantraject voor Herman, hun chef-kok. De P&O-er geeft aan dat Herman naar tevredenheid functioneert, hij doet het heel goed en de keuken draait voortreffelijk. Graag willen ze Herman in huis houden, en hem een traject aanbieden om een loopbaanplan voor de komende termijn op te stellen. Herman heeft waarschijnlijk meer in zijn mars, graag wil de organisatie dan ook weten waar zijn mogelijkheden en perspectieven liggen.

Herman (38 jaar) belt op voor een kennismakingsgesprek, en geeft daarin al vrij snel aan dat hij uitgekeken is op zijn functie als chef-kok. Hij verveelt zich, en heeft eigenlijk alles al wel gezien. Alle uitdagingen zijn gehaald, de keuken loopt perfect, zijn sous-chef kan het allemaal aan, het aansturen van de bediening (wat hij er even bij doet) loopt op rolletjes; kortom wat moet of kan Herman zelf nog doen? Wanneer we samen zijn CV doorlopen, vertelt hij me dat hij dit eigenlijk in al zijn functies wel heeft gehad. In het begin lijkt het allemaal zo leuk en uitdagend. Na een half jaar is hij al helemaal ingewerkt, en na een jaar begint de verveling toe te slaan. Hij zit er aan te denken om voor zichzelf een restaurant te openen, daar lijkt hij nog wel een uitdaging in te zien, maar hij twijfelt eigenlijk wel voor hoelang hij daar de uitdaging in heeft. Wanneer we verder teruggaan in zijn levensloop, vertelt hij me dat hij de lts met veel moeite heeft afgemaakt, en daarna is gaan werken in de horeca. Hij heeft in de avonduren een aantal kookcursussen gevolgd.

Om zijn mogelijkheden en onmogelijkheden in kaart te brengen, stel ik een traject voor met een loopbaanonderzoek en een aantal loopbaangesprekken. Ik stel voor dat we starten met dit loopbaanonderzoek, vooral omdat er ergens bij mij vragen zijn over zijn capaciteiten; heeft Herman een lbo werk- en denkniveau, of zit er meer in? En wat zijn zijn kwaliteiten en ontwikkelpunten? En klopt zijn zelfbeeld eigenlijk wel? In ieder geval klopt er in mijn beleving iets niet. Herman en de opdrachtgever staan achter dit voorstel, en we starten dan ook met het loopbaanonderzoek. Herman komt een dag testen maken; capaciteitentests, interessetests en -vragenlijsten en persoonlijkheidstests. Na de testen gescoord te hebben, blijkt tot mijn verbazing Herman bijna hoogbegaafd te zijn; zowel op logisch denken als op abstract redeneren haalt hij een standaardscore van 9, dit wil zeggen dat hij behoort tot de 5% van de slimste mensen van de normgroep Wetenschappelijke opleiding. En dat is echt hoog! Geen wonder dat hij zo snel uitgekeken is in zijn functies tot nu toe, hij functioneert vele malen onder zijn niveau.

In het nagesprek koppel ik de uitslag van dit capaciteitenonderzoek terug aan Herman, en hij realiseert zich vrij snel wat dit betekent. Het emotioneert hem ook; dat dit pas nu onderkend wordt en het raakt hem. Hij begrijpt ineens ook waarom hij zich zo snel verveelt. In plaats van horizontaal van functie te veranderen, kan hij verticaal bewegen, en in zijn ogen dus echt een carrière gaan opbouwen. In de loopbaangesprekken die we samen nog hebben, gaat hij onderzoeken welke opleidingen hem interessant lijken. Het is voor hem namelijk wel goed om zijn hersens eens te prikkelen en te gebruiken. Ook vraagt hij me een keer in een gesprek of hij dan misschien ook moeilijke romans kan lezen? Zo onzeker is hij nog over de nieuwe kennis die hij over zichzelf heeft, en zo pril is het ook nog, wanneer je pas op 37-jarige leeftijd hoort dat je eigenlijk heel slim bent. Uiteindelijk besluit hij een deeltijd HBO-opleiding Bedrijfskunde te gaan doen. Hij belt me vooraf een aantal malen op om te checken of dit echt wel passend is en of hij het echt wel kan? Hij twijfelt enorm of hij dit gaat halen. Ik geef hem aan dat hij waarschijnlijk met het grootste gemak deze opleiding zal halen (Herman, met twee vingers in de neus ga je deze opleiding halen). In het begin moet hij wennen aan het huiswerk maken, aan de opdrachten die hij zelfstandig met medestudenten moet doen. Hij investeert de eerste periode ook heel veel tijd en energie in de opleiding. Na verloop van tijd wordt dit minder, en neemt zijn zelfvertrouwen toe. Uiteindelijk haalt hij met het grootste gemak zijn bachelor diploma. Ook heeft hij inmiddels een functie op zijn niveau, en verveelt hij zich beduidend minder. Hij overweegt momenteel een universitaire deeltijd studie, en twijfelt tussen Rechten en Bedrijfskunde.